De Eifel


Het plekje was heel rustig

Een paar dagen in de Eifel

Dag 4: maandag 7 september 2009, naar Hellenthal
Na afscheid van zijn klasgenoten genomen te hebben ging Ton met Toos en mij de andere kant op, richting België. Niet lang daarna gingen hij en Toos met mij richting Monschau.

Ik voelde dat de laatste tientallen km's tot de Duitse grens echte Belgische wegen waren, vol met hobbels en kuilen.
We kwamen bij Monschau aan. Na een een paar keer heen en weer gereden te hebben vonden wij een camperstaplaats aan de ringweg voor 10 Euro per nacht. Dat waren wij niet gewend dus gingen wij verder richting Hellenthal.

Na een uurtje rijden daalden wij af naar het dorpje Hellenthal en werden niet lang erna naar een parkeerplaats gedirigeerd waar er plaats was voor zes campers.
Omdat er niemand aanwezig was, konden wij kiezen waar wij wilden staan. Wij gingen niet ver van een kastanjeboom staan in de volle zon.

Niet lang daarna gingen Ton en Toos lunchen.
Het werd brood met een kruidig vleesgerecht dat zij van hun reunie hadden meegekregen.

Daarna gingen zij naar de dam lopen want Ton had op het infobord gezien dat je rond het stuwmeer kon lopen. Van onze plek uit was het een tochtje van 3,5 uur.

Ze liepen daarna inderdaad rond het stuwmeer en kwamen daarna bij mij terug.
Ton vond het jammer dat hij niet in het water mocht zwemmen want het was een mooie nazomerse dag. Maar overal stonden er borden met de mededeling dat het verboden was om te baden want het meer was ook een drinkwater reservoir.



Na een klim van 2 km bij 11% stijging is het goed uitrusten

Dag 5: dinsdag 8 september 2009
De dag begon met mooi weer en Ton en Toos besloten een fietstochtje van een kleine 40 km te gaan doen eerst naar het zuiden en al met de klok mee cirkelend zouden zij uiteindelijk weer bij het meer uitkomen.
Het begon met een lichte stijging langs de autoweg naar Trier tot voorbij de camping.
Daar gingen zij een zijriviertje van de Olef over en volgden die tot zij bij een watermolen kwamen.
Daar ging het grindweggetje over in een steile asfaltweg die naar het dorpje Oberpreth ging. Ton had het ondanks zijn 28 versnellingen toch moeilijk mee.
Toos was met haar 7 versnellingen veel eerder boven.
Langs de B265 misten zij een zijweg die hen naar het Belgische deel van de tocht zou leiden.
Uiteindelijk vonden zij een fietsroute naar het stuwmeer en die daalden zij af.
Ton maakte een film van de afdaling waar Toos op te zien was.
Maar met één hand aan het stuur naar beneden fietsen was toch te eng voor hem dus verloor hij haar uit het oog omdat hij toch zo af en toe moest remmen.
Maar het was een mooie afdaling naar het einde van het stuwmeer en daarna was de rit snel voorbij.

Ze dachten dat het fietstochtje slechts 35 km lang was doordat ze een stuk gemist hadden.
Ton besloot toen een paar km's extra te fietsen door rond het stuwmeer te gaan fietsen.
Op de terugweg daalde hij met zijn MTB af tot 55,7 km/uur, tot nu zijn snelste afdaling op zijn MTB.

Bij de camperplaats terug komende zag hij drie andere Nederlandse camperaars tegenover ons staan.
De meesten waren bij hun camper aan het zonnen.
Toen één van hen twee fietsen naar beneden liet zakken met een hefbaar fietsenrek ging Ton een praatje met de eigenaar maken.
Hij zei tegen de man dat hij het de eerste 29 jaar hoopte geen hefinstallatie nodig te hebben om zijn fiets op het hoge rek te kunnen plaatsen.
De man zei toen dat hij 72 jaar was en in Putten een vakantiehuisje op een camping had maar daar nu permanent woonde omdat het in Rotterdam niet meer leefbaar was in zijn wijk.

Later op de avond belde de dochter van Ton en Toos dat ze woensdagavond terug moesten want Toos moest donderdag in de winkel staan.


De Olef is toch een fris riviertje

Dag 6: woensdag 9 september 2009
Deze ochtend besloten Ton en Toos de fietsrit nogmaals te maken maar dan precies volgens het boekje.

Het was nog steeds prachtig weer en nu ze wisten hoe ze moesten rijden konden ze veel beter van de omgeving genieten.
Bij het dorp Oberpreth gingen ze ook even naar de Weiszer Stein, een top waar een ski helling in de winter sneeuwzeker te vinden was.
Maar nu in de nazomer was er maar een enkele camperaar te vinden die voor 10 Euro op de staplaats stond.
Bij de B265 vonden ze na 600 m de zijweg naar het grensgebied met België. En na een paar km kwamen zij vlak langs het hoogste dorp van Belgie dat op 670 m boven zeeniveau gelegen was.
Voorbij een schietterrein kwamen zij weer door een bos waar de steile afdaling naar het stuwmeer begon.
Maar dit keer was de weg een grindweg en moesten zij vaker afremmen want anders riskeerden ze een klapband.
Het laatste stuk voor het stuwmeer ging over een drassig bospad en zelfs Ton moest van zijn MTB afstappen.
Maar gelukkig waren zij daarna weer op de verharde weg langs het stuwmeer.

Bij mij aangekomen ging Ton zijn bezwete gezicht wassen bij de rivier.
Daarna sjorde hij de fietsen op mijn fietsrek en ging daarna lezen.

Om een uur of half vijf aanvaarden wij onze terugreis en zonder files kwamen wij vier uur later in Den Dolder aan.
Verder Terug Naar boven Home Page